Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6411. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Gij hebt goed gedaan met op te komen tegen den eisch van Z.M., dat de acht groote kanonnen uit Oranje weg moeten zijn, voordat zijne troepen de plaats verlaten; dat zou ons heele plan in de war brengen. Ik hoop, dat de Koning de billijkheid van ons verzoek zal inzien. In de magazijnen zal wel heel veel ontbreken. ‘Pour ce qui est de la garentie de nos interests contre ceux qui pourroient se prevaloir de la faiblesse ou le Roy nous a mis, puisque M. l'ambassadeur d'Angleterre semble estre en peine de ce costé la, il n'y a point de danger de la demander, pour plus grande seureté, et vous avéz bien faict de prier M.^r de Lionne de tascher de la faire exprimer dans la lettre de recredence que vous avéz demandée. J'attendray avec impatience les effects sur l'un et l'autre, suivant les bons offices que M.^r de Lionne vous y a promis.’ Steeds ben ik weer bang voor een of ander nieuw uitstel; nu hebben immers de katholieke geestelijken weer een verzoek ingezonden aangaande de ‘perequation’. - De heer Chieze reist morgen af met uw neef de Wilhem²⁾. A la Haye, ce 19^e Febvr. 1665.

De heer d'Estrades laat mij weten, dat de Koning zeer over mij tevreden is en bevel zal geven Oranje te ontruimen. Vertrek zoo spoedig mogelijk.

2) Zie heneden.