Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6324. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Wat een formaliteiten met die stukken! Wat de onkosten betreft, het zal wel noodig zijn al die menschen goed te betalen met het oog op later. Gij moet u maar houden aan de daar geldende gewoonte en beloven, dat, als wij het geld in handen krijgen, wij hen voor hunne moeite goed zullen beloonen. Den secretaris Bennet kunt gij m.i. niet minder dan 100 Jacobi³⁾ aanbieden; 500 à 600 francs is te weinig. Het schijnt toch wel, dat ook de Koning van oordeel is, dat wij te Oranje niets moeten toegeven, maar heel duidelijk is uw brief niet. Toch wilt gij blijkbaar afreizen. Vindt de Koning het goed, dat gij nog die laatste poging doet? Schrijf mij daarover nog eens. ‘Peut-estre que l'oracle du comte de S.^t Albans nous tirera de toutes ces peines. Mais il est bien lent a venir.’ Ik ben zeer bezorgd over dat openen van het archief van den Prins te Oranje⁴⁾ en verlang er van Sauzin over te hooren. A Honsholredijck, ce 15 Aoust 1664.

3) Engelsche gouden munt.

4) Zie blz. 87.