Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6291. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Het doet mij genoegen, dat gij u gereed maakt, om naar Engeland te vertrekken. Gij moet daar op het betalen der schuld aandringenGa naar voetnoot3), al is het Parlement ook niet bijeen; zij moeten de zaak niet vergeten. Met den Koning moet gij beraadslagen over de maatregelen, die wij nu ten opzichte van Oranje moeten nemen; de zaak moet aan een einde komen; zij kost zoo ontzaglijk veel geld. De portretten zal ik spoedig zenden. Uw grooten ijver in deze zaak stel ik bijzonder op prijs en ook uwe bemoeiingen, om de besluiten des Konings aangaande de Munt te doen opheffen. Het is goed, dat gij zulk een eerlijk man gevonden hebt, om u te Parijs zoo lang te vervangen; hij moet mij van alles op de hoogte houden. Ik ben het niet met u eens, dat de nieuwe orders, die baron von Blumenthal gekregen heeft, den Koning alleen nog trotscher zullen maken ..... A Honslardijck, ce 13e Juin 1664. |
|