Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6257. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)De memorie, die lord Hollis heeft opgesteldGa naar voetnoot2), om aan den Koning te overhandigen, vind ik uitstekend; wij moeten nu maar het beste hopen. Gij hebt gelijk, dat het beter is eerst de audientie van lord Hollis af te wachten, voordat gij naar Engeland gaat; heeft zij geen succes, dan kunt gij tevens met den Koning van Engeland over de zaken van Oranje beraadslagen. Over de geldzaken wil lord Hollis misschien wel eens aan den Koning en den kanselier schrijven, en ook ik zal het doen, als gij mij de minuten der brieven maar overzendt. Al uwe brieven komen in den Raad, maar wij kunnen niets doen. Maar ik wil wel aan Sauzin schrijven; dat zal misschien Beauregard en Sylvius den mond snoeren. Het is vreemd, dat de heer de Lionne u geen afschrift wil geven van den brief aan den heer de Bezons. A la Haye, ce premier May 1664. |
|