Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens[p. 54] | |
6250. Prinses Amalia van Oranje1). (H.A.)Lord Hollis heeft dus nog geene audientie gehad, maar gij hebt met hem gesproken. Wat de schuld van den Koning van Groot Brittannië betreft, hebben wij den resident Downing2) verzocht er over te spreken, nu het Parlement vergaderd is. Als de Koning van Frankrijk na de eerste audientie van lord Hollis een goed besluit neemt, zou het dan niet goed zijn, dat gij nog eens naar Engeland gingt, om de geldzaken daar te regelen? De reis behoeft niet lang te duren en de heer Oudart3) zou u daar misschien kunnen helpen. In 's Gravenhage, desen 17 April 1664. |