6183. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Het zou mij erg spijten, als uw brief aan den graaf van S.t Albans verloren was gegaan. De heeren Guiran en Lubieres hebben, dunkt mij, goed gedaan door geen deel te nemen aan de vergaderingen van het Parlement. De Raad hier vindt, dat die vijftig livres jaarlijks voor de drukkerij wel aan den ‘principal du college’ kunnen worden uitbetaald. Aan ieder van die arme gevangenen moet men negen of tien écu's geven. Porteclaire heeft blijkbaar onwaarheid gesproken in zijne brieven naar Oranje; hij heeft mij eenvoudig den brief van den Koning van Brittannië overhandigd. Ik weet niet, of ik hem nu wel weer zal toelaten. Hierbij gaat de commissie voor den heer Chieze voor Bourgondië; de pachters hebben voor het reisgeld te zorgen. A la Haye, ce 15 Novemb. 1663.