6073. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Er komt toch maar geen einde aan die droevige zaak en dat is zeer ten nadeele van mijn kleinzoon. Ik zal nog eens naar Engeland schrijven en vragen, of nu lord Hollis werkelijk naar Frankrijk zal gaan. Aan die verwarring te Oranje is niets te doen, zoolang ons gezag er niet hersteld is, of de Koning niet verhindert, dat men ongestraft zijne bevelen overtreedt. Wij zullen eens zien, wat Beauregard zal antwoorden op het aanbod der pachters. Ik wilde, dat men den heer de Gaut kon verhinderen om terug te komen; gij moet er voor werken, dat hij niet in zijn ambt bevestigd wordt. Hij heeft ongelijk met boos te zijn over hetgeen gij aan Sauzin hebt geschreven; de bewoners van Oranje moesten maar wat minder aan de menschen van het kasteel en aan vreemde machten gehoorzamen. A la Haye, ce 26 Avril 1663.