Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6028. J. SauzinGa naar voetnoot3). (H.A.)Tijdens mijne ziekte kon er heusch niets door het Bureau gedaan worden door de tegenwerking van Beauregard en den advokaat. Beauregard is een schurk, maar wij zijn hier niet allen zooals hij. Uw laatste brief aan mij doet hier opgeld; velen willen er eene kopie van hebben. Beauregard gedraagt zich, alsof hij een vorst is. Ik zend u hierbij een stuk van hem met mijne aanteekeningenGa naar voetnoot4) en hoop, dat gij dit naar den Haag zult opzenden. De pachters dienen tot betaling te worden aangezet. De arme gevangenen in Avignon zijn er nog altijd ellendig aan toe in dezen kouden winter. D'Orange, ce 14 Febvrier 1663. Kunt gij niet maken dat ik betaald word? |
|