Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

6025. Aan graaf de Brienne Jr. (K.A.)

Gij moet u niet van de Muzen afwenden; ik raad u dat af in het hierbij gaande gedicht¹⁾. Lutet., Postrid. Non. (6) Feb. CIƆIƆCLXIII.

Brenger dezes is mijn zoon²⁾, die naar Holland terugkeert. De Koning heeft mij op de audientie bijna drie kwartier lang welwillend aangehoord.

1) Ad Ill.^m Briennaeum, poesin abdicantem (vgl. Gedichten, VII, blz. 29); het werd den 6^den Febr. geschreven.

2) Lodewijk.