Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

6017. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Ik vind het vreemd, dat de Koning geene ‘offices de condoleance’ meer ontvangt; ver afwonende vorsten hebben nauwelijks van zijn verlies gehoord. Gij hebt goed gehandeld in uw onderhoud met den agent van Beauregard. Gelukkig, dat Sauzin weer beter is. Gij hebt zeker al gezorgd voor de herstellingen, die noodig zijn, om de eilanden in de Rhône te beschermen⁷⁾; de pachters moeten voor het geld zorgen. Wij moeten later zien, hoe wij in de zaak van den heer Vial zullen handelen. Wij dachten hier ook wel, dat die papieren van het geslacht de la Chambre niet veel te beteekenen zouden hebben. A la Haye, ce 25^e Janvier 1663.

Daar juist krijg ik bericht uit Engeland; lord Hollis zal over veertien dagen afreizen en te Parijs alles met u bespreken.

7) Zie No. 6010.