Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5915. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Over de stukken, die ik te gelijk met uw brief ontving, zal ik antwoorden, als ik in den Haag terug ben. Wat de kosten betreft, die het gevolg zijn geweest van den twist bij de Rhône, schijnt de raad van Lubieres mij goed, om eens na te gaan, wat men vroeger in zulk een geval gedaan heeft. Over de onkosten, die spoedig betaald dienen te worden, moet de Raad worden gehoord. De memorie van Beauregard behoeft niet te worden weerlegd. Gij kunt hem zeggen, dat hij niet van zijne ambten beroofd zal worden, omdat de amnestie ook voor hem geldt. Maar tevens, dat een ambtenaar nooit het gezag van zijn vorst mag betwisten. Aan de heeren Sauzin en Lubieres kunt gij zeggen, dat ik over hen tevreden ben. Uw vertoog aan den Koning gericht en uw brief aan den heer le Tellier over het gebeurde bij de Rhône vind ik heel goed. De heer Buysero zal u mijne toestemming hebben gezonden voor het overgaan van de ‘ferme’ op den heer ColombetGa naar voetnoot3). De Turnhout, ce 14e Septemb. 1662. |
|