Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5908. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Uw brief, dien van LubieresGa naar voetnoot1), dien van den graaf de BrienneGa naar voetnoot2) en uwe laatste memorie heb ik te lezen gegeven aan den graaf van Dona en aan de leden van den Raad, die hier zijn. Met genoegen zie ik het berouw van den heer de Lubieres en ik ben het met u eens, dat wij hem moeten aanmoedigen en niet afstooten. Ik zie, dat de Koning steeds bij zijn gevoelen blijft, ‘ce qui me faict songer a quelque temperament ou expedient, pour n'en venir, s'il y a moien, aux dernieres extremitéz, qui seroient tousjours prejudiciables au plus foible. J'en ay escrit en Angleterre et a Berlin pour voir de quel sentiment on y sera, voyant bien d'ailleurs que cette ambassade d'Angleterre n'est pas encore preste de partir’. - Gij hebt over onze onderhandelingen aan den Keurvorst geschreven, maar gij hadt mij dat wel mogen meedeelen, of mij uw brief toezenden. Want daar ik hem ook schrijf, zou het niet goed zijn, als wij beiden niet hetzelfde zeiden. De Turnhout, ce 7e Septemb. 1662. |
|