Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5878. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)aant.Z.M. blijft dus op de voorwaarde staan. Hierbij gaat kopie van de brieven uit Engeland en Berlijn en ook van een brief van den heer van Zuylestein, die de beraadslaging over deze zaak in den Raad van State van Engeland heeft bijgewoondGa naar voetnoot2). Gij ziet, dat die meeningen overeenkomen, en dat ook besloten is gebruik te maken van de tusschenkomst van Lord HollisGa naar voetnoot3), die als gezant naar Frankrijk gaat, en zoo mogelijk van die van onze gezanten. Tot het laatste tracht ik de Staten Generaal te bewegen, en ik heb den Keurvorst verzocht, zijn gezant te bevelen, zich bij die heeren aan te sluiten. Wij moeten maar weer geduld hebben, zooals de Koningin Moeder van Engeland zoo beleefd is mij te schrijven. Doe gij intusschen bij de ministers wat gij kunt. Ik vertrek naar Turnhout en kan niet schrijven aan de hertogin de la TremouilleGa naar voetnoot4); wilt gij haar uit mijn naam gelukwenschen met het huwelijk van hare dochter, de hertogin van WeymarGa naar voetnoot5)? A la Haye, ce 3e Aoust 1662. Hierbij gaat de resolutie der Staten over de tusschenkomst van hun gezant te ParijsGa naar voetnoot6); ik ontvang juist het stuk. |
|