Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

5838. J.P. de Chambrun¹⁾. (H.A.)

Aan den brief van het consistorie voeg ik enkele regelen toe. Het is te hopen, dat gij spoedig hier zult komen, om de rust in den staat te herstellen. Er worden steeds valsche beschuldigingen overgebracht naar het Fransche hof. ‘Ces jours passés les prestres de Courtezon, accompagnés de deux consuls catholiques, en ont porté une a M.^r de Gaut qui est de la derniere importance. C'est, Monsieur, que dimanche dernier un paysan de la religion aagé de soixante et dix ans, passant par une rüe qui estoit tendüe de quelques tapisseries, ou il y avoit quelques images, touchant par mesgarde aux tentes, un de ces images tombe par terre, ce qui se fit innocemment, comme plusieurs catholiques le temoignent.’ De man wordt nu van de ergste dingen beschuldigd. Op een ander, die heet gezegd te hebben, dat de god van de processie een god van deeg [‘pate’] was, die niets zag, zijn door den heer de Gaut soldaten afgestuurd. Het consistorie van Courtezon heeft zich nu tot het Parlement gewend. D'Orange, ce 14 Juin 1662.

1) Zie blz. 377.