Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5784. Aan graaf de Brienne Jr.Ga naar voetnoot4). (K.A.)Het is wel bedroevend voor mij, dat de Koning mij niet wil hooren en | |
[pagina 412]
| |
de vriendelijkste van zijne ministers mij niet wil begrijpen. Of ik Fransch spreek of Latijn, het wordt voor dooven gezongen. Gij handelt niet goed in deze zaak. Gaarne wil ik van u hooren, hoe het nu eigenlijk met de zaak van Oranje staat. Lutet[iae], postrid. infamis diei, et quam nulli unquam Lomenio placuisse satis certus sum. CIƆIƆCLXII. |
|