Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5747. C. van AerssenGa naar voetnoot12). (H.A.)Ik ben wel wat beter, maar voel mij toch nog zwak. De heer de ThouGa naar voetnoot13) is eergisteren hier teruggekeerd en bracht mij een bezoek; hij is vol lof over uwe bemoeiingen. De maarschalk de VilleroyGa naar voetnoot14) had hem gezegd, dat het kasteel | |
[pagina 385]
| |
van Oranje misschien zou worden teruggegeven, maar dat er een gouverneur moest zijn, die den Koning aangenaam is, en niet de graaf van Dona. De heer de Thou gaat waarschijnlijk naar Engeland, en dan komt hier de heer d'Estrades, die hier toch zijn regiment heeftGa naar voetnoot1). De heer van BrakelGa naar voetnoot2) vertelde mij, dat de Prinses Douairiere zeer ontevreden over u is; maak dus voort; ‘puisqu'elle n'agit que par passion et presipitation, il la faut servir a son point.’ De Staten van Zeeland komen den 16den bijeen; ik vrees, dat hun besluit niet in het belang van den Prins zal zijn, want de kleine luiden daar zijn licht om te praten en ‘madame la Princesse ne s'est pas aydée comme elle debvoit.’ Uit Engeland zijn nog geen brieven. De Prins ‘est encore ycy, où assurement il se divertit et se forme mieux pour le grand monde qu'à Leyde, mais j'aprends toujours que Madame voudroit bien oster d'aupres de luy le Sieur de Sulesteyn, et ce aparament, puisqu'elle voit bien que le conte de Dona ne peut retourner en Orange, pour le mestre en sa place, estant assurée qu'il y seroit entierement a sa devotion, et pour ce sujet ledit Sieur m'a dit qu'elle luy en a desja fait plusieurs avances, sur lesquelles il a tousjours batu a froidt, et je luy conseillie ausy de ne desmordre, car le Roy d'Engleterre le maintiendra bien et il seroit dangereux que le Prince tombat en autre main.’ Uit Berlijn hoor ik, dat men daar de zaak met Frankrijk wel wil schikken; dat is een gevolg der reis van den heer WicquefortGa naar voetnoot3). Ik zal er spoedig meer van hooren, want hij zal mij bezoeken. ‘L'afaire de la souverayneté en Prusse va à reculon’; ook is men bang voor het leger der vereenigde Polen. In Friesland wil men ageeren tegen den heer van HoboisGa naar voetnoot4), die eene compagnie ruiterij verkocht heeft; van den kansel is over het geval gepreekt. Men mag wel een reglement maken tegen het verkoopen der ambten. De la Hay, le 11 de JenvierGa naar voetnoot5). De heer Wicquefort is hier geweest. Alles gaat goed in Berlijn, maar ‘la Douairiere luy avoit tenu le mesme discours qu'aux aultres pour vostre regardt, mais que luy ayant respondu que c'estoit prudence à vous de vous retenir, parce qu'il estoit asseuré que tant que le Roy ne seroit plus satisfaict d'elle, ilGa naar voetnoot6) n'y avoit rien à esperer pour son petit fils, sur quoy elle replicqua, que pour l'amour de luy elle estoit preste d'escrire au Roy et à la Royne ainsi qu'on scauroit qu'il leur seroit le plus agreable, et pour ce subject asteure je vous desconseille de trop presser.’ |
|