Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5742. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)Het is zeer onaangenaam, dat de zaak niet verder komt. Aan de Hollandsche gezantenGa naar voetnoot2) zal ik schrijven. Het is goed, dat gij niet met allen te Oranje correspondeert. De brieven van ChambrunGa naar voetnoot3) en van het ‘consistoire’ heb ik met belangstelling gelezen. Misschien is deze heele zaak begonnen door onze vijanden en door Beauregard. ‘Vous le cognoisséz, et la copie de la seconde lettre qu'il vous a escritte d'Orange, ne m'y confirme pas peu, et qu'il taschera de se vanger de ce qu'on l'empesche d'estre le maistre des deniers de la ferme pour se rembourcer des debtes qu'il pretend encore luy estre deües fort injustement, et d'en disposer a sa fantaisie, comme il a faict pres de deux ans.’ Het is misschien niet kwaad, dat de heeren van het ‘consistoire’ iemand afvaardigen naar het Fransche hof, maar hierheen zou dwaasheid zijn; ik kan er toch niets aan doen. Laten zij dan nog liever iemand naar Engeland zenden; ik heb den Koning verzocht onze onderhandeling in Frankrijk te steunen. De la Haye, ce 28e Decemb. 1661. |
|