Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663

[p. 351]

5680. J. van Merode¹⁾. (H.A.)aant.

Een paar dagen geleden kreeg ik het bericht, dat de Prinses Royale gestorven is²⁾; ik wist, dat zij ziek was, maar dacht niet, dat het gevaar zoo groot was. ‘Je fus avanthier ches Don Antonio Carnero, premier secretaire du Roy, luy recommander expedition de mes memoires, et singulierement touchant son Altesse et Madame la douariere, qui me dist que sa M.^e en avoit pris le deuyl tout de meme qu'il avoit faict pour le duc de Closter³⁾, et quand a ceste pretantion, que sa M.^e avoit autre intention que de donner satisfaction antiere, mais que le mariage de la Reyne de France⁴⁾ et la guere contre le Portugal⁵⁾ avoit espuise beaucoup d'argant, que au retour de la flote des Indes, laquelle on atand en bref, on pouvoit peut estre trouver quelque moien, que la somme estant tres grande, difficilimant cela se pouvoit payer tout d'un coup⁶⁾. Je luy repliqay que la dette estant juste, le retardemant du paiemant la faisoit ancor acroistre, que s'il plaisoit a sa M.^e de faire fournir une somme asses considerable par provision, je croiois q'on se contenteroit estre assigne pour le reste sur quelque terres au Bais bas, de qoy on pouvoit convenir; il me promit d'en parler au Conseil et tenir l'affaire en recomendation.’ Ik zal mijn best blijven doen, een gunstig antwoord te krijgen, maar men weet hier van uitstellen. Misschien zouden ‘quelques persuasions essentieles pour quelques uns’ iets helpen. De Madrid, le 4 Febr. 1661.

1) Zie blz. 227. Hij was één der gezanten, die naar Spanje waren gezonden.

2) Zie No. 5679.

3) Henry, hertog van Glocester, de jongste broeder van Karel II, was den 24^sten September 1660 gestorven.

4) Maria Theresia, de eenige dochter van Philips IV van Spanje, was den 9^den Juni 1660 getrouwd met Lodewijk XIV. Het huwelijk was bepaald bij den in 1659 gesloten vrede van de Pyrenacën.

5) Spanje was nog steeds in oorlog met het in 1640 afgevallen Portugal; eerst in 1668 kwam de vrede van Lissabon tot stand.

6) Er is hier sprake van de schuld van den Koning aan de Oranjes, volgens het tractaat van Munster.