Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5625. Aan W. BoreelGa naar voetnoot5). (K.A.)Ik denk dikwijls aan u en aan den tijd in Engeland, waar wij ‘n'avons pas mal passé ensemble quelque[s] moiz du meilleur de nostre jeunesse’. En nu moet ik u bedanken voor de vriendelijkheid, bewezen aan den heer SueriusGa naar voetnoot6), een achterneef van mijne vrouwGa naar voetnoot7). Hij hoopt door uwe tusschenkomst consul te worden in Rouaan; ook wij willen daarvoor hier gaarne moeite doen. A la Haye, ce 8e de l'an 1660. |
|