Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5529. L. Buysero aan Huygens en Beaumont. (H.A.)Uwe brieven hebben onze ‘becommering’ niet weggenomen. ‘De Windt, naer ick hoore, is t' enemael een creatuyr van Deutecum, ende heel t' onvreden op MolGa naar voetnoot4); het best van al waer, dat men Tol conde helpen, maer dat moest wat beyvert en aengedreven werden’. Mol wil gaarne de leenboeken nu verder | |
[pagina 282]
| |
afmaken en zoolang het stadhoudersambt bekleeden. De Rhijngraaf heeft aan die van Luik geschreven over de Herstalsche zaken en zal ook aan den Keurvorst schrijven; kopie van zijn brief gaat hierbijGa naar voetnoot1); gij zult daaruit zien, ‘hoe incivil en picquant die van Luyck gaen, sulckx naer apparentie men die violentie sal moeten verwachten’. Hage, desen XX Feb. 1657. ‘Naer ick hoore, is het misverstant tusschen den Coninck en den hertoch van Jorck noch niet bevredicht, maer op nieuws verwydert’. |
|