Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5265. J. BuycxGa naar voetnoot6). (K.A.)Ik ben ziek geweest en heb u daardoor niet eerder kunnen antwoorden. | |
[pagina 163]
| |
‘Wat aengaet de twee conterfeytsels, daer U. Ed.t van schryft, syn my wel bekent; myne huysvrouweGa naar voetnoot1) hadde de principale, alsser sy die naer Weenen heeft gesonden, doen coppieren by eenen De VosGa naar voetnoot2), te dier tyt een van de vermaerste conterfeyters, welcke copyen wy nog syn hebbende, ende soo ick meene, by UEd. wel syn gesien, ende copieerden hy, de Vos, alsdoen de voorss. conterfeytsels voor syn selven, gelyck hy in het aennemen van de onse had besproken, welcke copyen, nu hy is comen te overlyden, in synen wtcoep syn verkocht ende gekocht by eenen paep, synde geweest den pedagoeg van de kinderen van van der PietGa naar voetnoot3), die het Lanternhoff hadde gekocht, ende meende met desen coop aen van der Piet grooten dienst gedaen te hebben, omdat het waren de conterfeytsels van degene, die het Lanternenhoff hadden gebout, maer van der Piet, als geen man synde, die de const seer bemint, wilde die niet hebben; soo en wiste desen paep, als niet veel overschot van ghelt hebbende, [niet], wat hy met dese stucken soude doen; soo heeft hy my die comen veylen, hem beclagende over van der Piet, dat hy soo mechaniek was; verliet my die voor dertich ende daernaer voor twintich pondGa naar voetnoot4), maer alsoo ick die niet van doen en hadde, als van denselven meester versien synde, soo heeft hy die gedaen by Peeter Masson, synde synen swager, die een schilder ende constvercooper is, ende versochte my, waer het mogelyck, dat ick die aen den man soude helpen. Nu soo verstane wt UEd. schryvens, dat die vooreerst in een goede handt syn geraeckt, die geloove de weerde wel sal hebben bet[aelt]. Myne huysvrouwe heeft voor onse cosyns aen de Vos betaelt tsestich pondGa naar voetnoot5), ende dan noch met groote moeyte. Ick sal noch debvoir doen, om de principalen van Weenen te hebben, ende dat UE die noch in UEd. cabinet sal sien’ ..... Breda, den VIIIen January 1653. |
|