Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5244. A. van der CapellenGa naar voetnoot6). (H.A.)Naedat ick ende andre mijne goede vrunden van langer handt getracht hebben te bearbeyden eene goede resolutie ten besten van t huys van Oragnen, ende met d' aenkomste van den heer van Opdam ende andre Hollantsche gedeputeerde die sake wat swaerder is gevallen, meest door particuliere informatien, dat den dienst van een capiteijn generael niet is nootsakelick, met andre redenen, rakende de persoonen, die daertoe souden mogen worden geemployeert, waervan de conditie ende oogenmerck u Ed. niet onbekent kunnen syn, soo hebben wy eyntelick de sake soo veer gebrocht, dat by het quartier van Zutphen op heden resolutie is genomen om vast te stellen, datter een capiteijn generael sal worden aengesteltGa naar voetnoot7), ende een instructie daertoe geformeert worden, daerop die van het quartier van Veluwen syn gevolcht, alles met intentie om den titul ende qualiteyt als capiteijn generael te defereeren aen den Heere Prince van Oragnen, ende gedurende desselfs minderjaerigheijt tot den actueelen dienst als lieutenant te gebruken een heer van aensien. In het quartier van Nimmegen ontdeckt sich goede inclinatie by die van de ridderschap ende worden onder de leden devooren gedaen, om hierover eene goede provintiale resolutie te doen nemen ende by andre provintien door gelycke | |
[pagina 154]
| |
devooren de sake, is 't mogelick, te brengen tot eenparicheijtGa naar voetnoot1). Hiervan hebbe ick u Ed. advis willen geven, ten eynde deselve daervan kennisse mochte geven aen haere Hoocheden, Mevrouwen de Princessen Royale ende Douariere, met versekeringe, dat ick ende mijne vrunden niet en sullen naerlaten tot bevorderinghe van dit goede werck alle mogelicke goede officien by te brengen, alsoo wy oordeelen, dat den dienst van ons algemeene vaderlant daeraen hoochlick is gelegen. (Sept. 1652Ga naar voetnoot2). |
|