Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5236. J. Motsfeld. (H.A.)H.H. bedankt u voor uwe mededeeling aangaande de ziekte van den Prins en schrijft aan de doctoren LiebergenGa naar voetnoot2) en RumpfGa naar voetnoot3). Het blijkt, hoe noodig het is, dat er bij den Prins ‘eene gude gouvernante’ komt. ‘S. CopesGa naar voetnoot4) sall UE berecht hebben, watt S.H.dtGa naar voetnoot5) ende H. Hooch.ts resolutie is, genomen op die dry schriften, 21 Juny aen den Raet overgegeven. Wy verwachten watt ons de naeste post sall brengen. Ha. Hooch.t schryft by dese post aen den Raet over de dote van de Vorstinne in FryslandGa naar voetnoot6), tot hare decharge, waerschuwende voor hetgeene daeruyt konde tot nadeel van den Prinse pupil ontstaen; is niet van meeninge datselve te solliciteren; sal afwachten watt aen de syde van de Prinsesse Royale daerop sal werden geresolveert. UE sullen allicht eens overcomen, als beide Ha. Hoocheden sullen alhier syn’. Turnhout, 2 Aug. 1652. |
|