Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend5093. Aan Keurvorst Frederik WillemGa naar voetnoot1). (K.A.)Van tyd tot tyd heeft U. Churf. Doorl.t bij de missiven van hare Ho.t Mevrouwe de Princesse Douariere geinformeert geweest van sulx als hier in de schadelicke ende schandelicke contentien over de vooghdije van onsen jonghen Prince is voorgeloopen. Dewijle nu vast die koorde ten wederzijden op het straxkste werdt getrocken, doordien men niet en heeft konnen ontgaen de importune instantien, die daer van de zyde der Princesse Royale zijn gedaen, om de sake voor het Hof van justitie te brengen, ende by hetselve Hof gearbeidt werdt tot middelen van accommodement, hebb ick met kennisse ende goetvinden van hare Hooch.t ingestelt het bygaende discoursGa naar voetnoot2), streckende principalijck om te bewijsen, hoe betamelick het ware, dat die sake niet buyten, maer binnen soo doorluchtighen Huijs werde gevonden ende ter neder geleght, ende hoe gemackelick dese tutele volgens de rechten ende costumen deser landen kan werden geadministreert, wanneer maer de hooghe ende considerabele persoonen, die het aengaet, den anderen in behoorlicke termen van vrundlickheit ende vertrouwen willen ontmoeten. Nu gelieve U. Churf. Doorl. genadigst te vertrouwen, dat ick in dese intentie werde gesecondeert ende gestijft door alle luyden van eeren, die de sake buyten passie ofte interest overwegen. Maer, Doorl.ste Furst, dat en geeft mij geen hope van verhoort te werden, ende als ick U. Furst. Doorl.t in een woord de reden sal openbaren, die noodsakelick alle goede officien moet ruineren ende omverre werpen, soo hebbe ick niet te seggen dan dat het de particuliere interesten en vuijlicheden zijn van soodanigheGa naar voetnoot3) als daer liever alles het onderste boven souden smijten, dan dat sij sich souden laten versteken van het voordeel, dat sij sich beloven ende toeschrijven, in gevalle de ongerechticheit soo verre de overhand moghte hebben, dat het gansche Huijs van Orange ende Nassau, van 't welcke absolutelick alle de goederen zijn gekomen, uyt de directie derselver kome verstooten ende uytgesloten te werden. Sulx als een gansch inique ende ongehoorde sake zynde, ick will vertrouwen, dat emmers niet en sal werden te wege gebracht, niettegenstaende de menighvuldighe sinistre practycken, die daertoe werden aengewendt. Hare Hooch.t, die ick voor gewisse houde in desen de gerechticheit aen haere zyde te hebben, die deselve oock ten besten van U. Churf. Doorl.t ende andere naest geinteresseerde erfven met allen mogelicke vlyd ende arbeid is handhavende, assistere ick, t haren bevele, met alle diensten van mijn vermogen. Daeronder hope ick, dat U. Churf. Doorl.t sal willen rekenen de | |
[pagina 65]
| |
debvoiren tot oprechte vrede ende eendracht, die ick by dit voorsz. discours soecke in te prediken aen die partije, die ick sie het meest noodigh te hebben, ende daervan, tot mijnen leedwesen, seer onbehoorlick misleidt te werden. Mij sal seer lief wesen, soo ick de eere ende geluck van U. Churf. Doorl.t toestemminghe in desen moghe genieten. Soo niet, dat deselve gelieve mij van syne betere intentien genadigst te doen informeeren, naer dewelcke ick mij soo geern richten ende reguleren sal, als ick met mijne uyterste begeerten wensche d'eere te hebben van altoos erkent ende gelooft te werden ..... 7 Febr. 1651. |
|