Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663
(1916)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4976. Th. WilleboirtsGa naar voetnoot6). (K.A.)Den uwen is mij wel geworden ende [heb] verstaen, dat de schetsen noch niet ontfanghen waeren; ben daerover verwondert, want S.r GonsalesGa naar voetnoot7) heeft de mijne twee doen haelen om s anderdaechs wech te seynden, wel vier ofte vyfdaegen te voren, eer ick UEd.s brief ontfangen hebbe, doch twyffele niet, oft sullen nu al ontfangen wesen; ende isser yets, datt by UEd. ofte Mons.r van Campen gevonden werdt niet wel te wesen, dat ick maer mach hebben een kleijn let- | |
[pagina 20]
| |
terken, sal mij daernar reguleren. Vorders bedancke UEd. ten hoochsten van de sorge in dese affairen voor my gedraegen; sal grootelycx verschuldicht blijven ende ondertusschen altyts trachten te mogen syn en blyven .... Antw[erpen], 5 Septemb. 1649. |
|