Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 515]
| |
4921. S.P. van der StratenGa naar voetnoot1). (L.B.)Ick heb verstaen [uyt] UE antwoorde aen mijn diennaer t gewelt van de fortuijn en mijnne vijanden, die mij wederhouden om te comen in eren en mijnne goederen, ende de kracht van myn geleuck doet mij andermael aen UE keren, als oft ick UE om almoes badt; helpt mij met eennige penningen, terwijlen de saecke met sijn Hoocht also gelegen is, dat hij mij niet kan betalen d'ordonnantie, by syn Hoocht aen mij verleent, van de 9000 guldens van oover twee jaren, dat mijn heel aen steucken breect, en oock den grouwel en oploop van duijvels daerneffens. Ondertusschen dat UE wist, wadt ick heb gesien en gevonden in mijn labboreren, t welck mij getroubelleert werdt, ick weedt, dat UE geen ander dijngen ter werrelt en soude connen oft coemen te wenschen, en als ick maer in Vlaenderen ben, so ben wel en sal geen menschelycke heulp als Godt van doen hebben. Bidde derhalven, helpt mij aen 400 guldens, dat ick vanhier kan; UE sal myn danckbaerheyt so gevoelen, neffens de restitutie van de voorn. vierhondert guldens in drij maenden, dat het UE sal genoegen mij te hebben geholpen. Oft so UE duisendt conde doen, ick sal UE die twee treffelijcke steucken schencken en, eer t geldt hebbe, UE thuijs senden ende de duisendt guldens metten intrest in ses maenden met danck weder beschicken. UE neme mijnne inportuniteijt ten goede. Ick soude wel verstaen in sommige gelegentheyt voor UE eennige dienst te connen doen. Hierop verwacht ick UE goede, genesende antwoorde en, so UE belieft, ick daerop t'eenniger ure by UE com, sal d'ordere verwachten ende waerop sal verblijven .... [M]art 1649Ga naar voetnoot2). |
|