Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 510]
| |
4908. Th. WilleboirtsGa naar voetnoot1). (L.B.)Ick hebbe niet willen naerlaeten met dese occasie van den haechsen schipper UEd. dit kasken met de ivoiren beeldekens te seijnden; ick hope, dat se wel sullen sonder letsel overkomen, want ick se wel hebbe doen packen. Ick hebbe S.r Musson aengesproken van wegen de luyt van S.r Appels, ende heeft mij gelooft syn devoir daer soo in te doen, dat hij niet twijfelt, oft de luyt sal UEd. gewerden; sal hem gestadich aenporren. Ick hebbe gesproken aen Mons.r BuijcxGa naar voetnoot2), dat hy soude gelieven om het gelt te seynden van die bloemen, die syne huysvrouweGa naar voetnoot3) aen UEd. heeft gesonden; seyde hetselfde te sullen doen; sal UEd. daer pertinente rekeninge van doen. Hiermede mij recommanderende in UEd. goede gratie, sal altyts trachten te syn .... Antw[erpen], 18 Januari 1649. |
|