Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4905. Juliane van Oostfriesland¹⁾. (R.A.)

De heeren Hogenhoeck²⁾ en Nyevelt heb ik afgezonden met brieven aan Hare Hoog Mog., om de kopie van het testament over te leggen. Ik heb hun gezegd, dat zij met u moesten overleggen en het advies inwinnen van Z.H. Verder refereer ik mij aan de memorie, die gij van hier hebt meegenomen. Op het Huijs tot Aurich, den 28 December a.^o 1648³⁾.

1) De brief is door een ander geschreven, maar door Juliana onderteekend.
Juliana van Hessen-Darmstadt (1606-1659) was eene dochter van den Landgraaf Lodewijk V. In 1631 was zij gehuwd met Ulrich II, Graaf van Oostfriesland. Na den dood van haar echtgenoot (1648) regeerde zij Oostfriesland als voogdes van haar zoon Enno Lodewijk, maar maakte zich gehaat door haar vertrouwen op haar hofmeester Johan Marenholz, die tevens haar geliefde was. Toen Enno Lodewijk in 1651 van zijne lange reis terugkeerde en kort daarna Marenholz na een schijnproces liet onthoofden, vluchtte zij uit Oostfriesland en stierf in 1659 in den vreemde.

2) Zie blz. 364.

3) Dit moet oude stijl zijn, dus 7 Jan. 1649. Den 3^den Jan. nl. was Huygens, die den 31^sten Dec. 1648 met eene opdracht te Aurich was gekomen, weer afgereisd.