Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4784. Th. WilleboirtsGa naar voetnoot2). (L.B.)Ick hebbe niet gelaeten ondertusschen S.r Musson aen te spreken, al is t dat ick t'selve UEd. niet hebbe laeten weten, want syne antwoorde is tot noch toe niets, als dat hij verwacht antwoorde van den prince RadzivelGa naar voetnoot3) op t gene hij geschreven heeft, ende die ontfangende, sal mij terstonts adverteren. T'schijnt, dat hij t, naer syn seggen, niet mach doen sonder meerder ordre; ick dencke ommers niet, dat hij UEd. in plaetse van een luijt met een fluyt sal paijen. Ick betrouwe hem heters toe; altoos ick sal hem continuelijck in actie honden, totdat ick eene finale antwoordt become, ende altyts trachten te sijn ..... Antw[erpen], 15 Mart. 1648. Ick hebbe Mynheer BuijcxGa naar voetnoot4) de syde bloemen betaelt ende hebbe den schipper t'rekeninxken aen UE. dienaer van HulstGa naar voetnoot5) doen geven met het surplus. |
|