Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

[p. 399]

4570. J. Ruse¹⁾. (L.B.)

Ik condoleer u met den dood van den Prins²⁾, aan wien onze Staat zooveel te danken heeft. Maar het verheugt mij, dat gij ook den jongen Prins ter zijde zult staan in hetzelfde ambt, dat gij vroeger bekleed hebt. Ik blijf u steeds dankbaar voor de betrekkingen, die ik door uw toedoen verkregen heb³⁾. Maestricht, den 23^en Meert 1647.

1) Uitgegeven door Van Vloten, Dietsche Warande, VIII, 1869, blz. 486.

2) Frederik Hendrik was den 10^den Maart overleden.

3) Nl. ‘'t scepenschap deser stadt ende commissaris-instructeurampt derselve ende des vroenhofs, dat perpetuel is, ende ionghst 't schoutampt over de stadt ende hooftgericht van 's Hartogenrade.’