Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4403. J. de Knuijt. (H.A.)Uyt Uw E jongsten van den 9e deses, die my gisteren middach behandicht is, verneme buyten gissinge, in mynne voorgaende van den 26en JunijGa naar voetnoot5) ende 4 desesGa naar voetnoot6) geen solutie hebt gevonden op de twee vraegen, in UE aengenamen van den 18en Junij door last van Syne Hoogh.t aen my gedaen. Op d'eerste raeckende de pouvoirs, meene nochtans UE. geschreven hebbe, dat die in Spaingen geteyckent ende herwaerts gesonden, doch met den post te Paris opgehouden waren, gelyck die tsedert in forma, soo die by Haere Hoogh Mog. | |
[pagina 332]
| |
gedesidereert waren, overgecomen ende Syn Hoogh.t toegesonden syn. Op de tweede, daerby gevraeght wierde, hoe wy het hier gemeent souden syn te klaren, soo wanneer de handelinge tusschen Vranckryck ende Spaingen quaeme te steuten, hebbe geantwoort, alle onse opgeleghde pointen, volgens instructie ende - soo verhoopten - tot contentement van onse Heeren principaelen met communicatie van Vranckryck verhandelt synde, ter beleefde ende ernstige instantie van de voorn. ambassadeurs van Vranckryck, volgens onderlinge tractaet, alle voordere negotiatie gesurcheert hadden, opdat middelertyt haere negotiatie met Spaingen tot gelijcke trappen en hoogte soude mogen avanceren; doch dewyle om redenen, aldaer wytloopich verhaelt, daertoe weynich ofte geen apparentie saegen, ende voorsiende de groote veranderinge, die door t' succes van de wapenen ende andere onverwachte incidenten konde voorvallen, ende de geheele onderhandelinge vruchteloos maeken, opdat wy buyten schult ende reproche mochten blyven, apparentelyck souden resolveren, alle onse verhandelde pointen by malcanderen te brengen, om, ten wederzyden geteyckent synde, t'onser decharge Haere Hoogh Mog. toegesonden te werden, gelyck tsedert alles daerhenen gedirigeert, ende goetgevonden is door gedeputeerde, deselve ter vergaderinge van Haere Hoogh Mog. over te brengen ende daerby te voegen alle t gene in eenige daegen herwaerts, geduyrende de handelinge, die van alle kanten, met de overcompste van alle de geinteresseerdeGa naar voetnoot1) ambassadeurs, nu meer als te voren beherticht werdt. Met al welck voor verhaelde vertroude, Uw E op beyde vraegen contentement gegeven hadde. Met het marcheren van de legers sullen nu ontwyffelyck de wapenen alles herstellen ende in soodanigen postuyr brengen, dat daervan vooralsnoch difficilyck t'oordeelen is, alhoewel het schynt, d'avantaige, die daervan te verhoopen staet, voor Vranckryck sonder bril, claer ende seker genoech, doch voor onsen Staet niet dan nevel- ende twyffelachtich gesien kan werden, ten waere alles te voren in t wit ende swart wel gevormpt ende gevest waer. Den tyt sal alles leeren. Ick bedancke Uw E voor de trouwe waerschouwinge; hebbe noch getracht, myn saeken daerheen te dirigeren, doch nu voor de tweede mael by d Heeren Staten beschreven ende tot een korte keer ernstich aengemaent by de heeren, hier ter saeke voorss. gedeputeert synde, weet qualyck, hoe sulcx langer sal konnen ontleggen, te meer hier in t'alderminste niet versuympt kan werden. Ick sal echter sien, off ymandt anders in myn plaetse sal konnen gaen, ende in sulcken gevalle mijn excuse naer Seelant overschryven. In Munster, den 14e July 1646. |
|