Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4393. J. de KnuijtGa naar voetnoot1). (H.A.)Ick hebbe Syne Hoogh.t jongst oock daer te voren onderdanich geadviseert, [wij] alle onse verhandelde pointen, nu volcomentlyck geadjousteert, claer ende in ordre - gelyck in cas van tractaet soude vereyschen - hadden gestelt van t'onser decharge ten wederzyden geteyckent te werden, ende dat ten regarde oordeelden, ten vollen genoegen van onse Heeren principaelen, immers volgens instructie, soo verhoopen, t samen verhandelt waren, ende insunderheyt om niet schuldich te blyven aen eenige difficile veranderinge, die door nooloose dilaijen, succes van wapenen ofte andere onverwachte incidenten soude konnen veroorsaeckt werden. Als dienvolgende de voorn. articulen by de Spaensche ambassadeurs geteyckent ons toegesonden waren, om tegens onse geteyckende gewisselt te werden, is gebeurt, niet meer althans als vyff gecommitteerdeGa naar voetnoot2) sterck synde, drije de voorn. articulen gereet waren te teyckenen, de andere twee, presumerende, Vranckrijck, schoon niet nieus werde gedaen, echter daerdoor eenige umbragie ofte offentie mochte opnemen, hebbent selve vooralsnoch geexcuseert ende, alhoewel met vele gewichtige redenen haer E. te gemoete werde gevoert, seer dangereus was, om een offentie, die niet gegeven, nemaer sonder reden ofte fundament opgenomen soude werden, soo importanten ende wel genegotieerde saeke voor den Staet aen de onsekerheyt van een bataille ende andere incidenten te laten hangen, hebben echter tot noch toe daerby gepersisteert ende rae[t]saemer gevonden, de wedercompste van de absente gedeputeerden te wachten, die men seght op den wegh syn, opdat soo swaere saeke met gemeene schouderen gedragen mochte werden. T welck de oorsaeck is, met desen post de belooffde copie noch niet kan toesenden, t welck vrundelyck | |
[pagina 327]
| |
versoucke by Syne Hoog.t gelieff te helpen excuseren. D'ambassadeurs van Vranckryck, by occasie van een Spaenschen geintercipieerden brieff, gaven ons gisteren vele swaere ende harde attacques, daervan t'meerendeel van seer swaere digestie waren. Om t vier echter niet hooger aen te steecken, hebben wy die stormbuy met een suyckeren seijl laten passeren, [sy] ons willende overtuygen, [wy] geseght hadden, ons tractaat met Spaingen genouchsaem gesloten was, [en] niet verder met Vranckryck tegens Spaingen verobligeert waren als over de intresten in Neerlant, [en] aen de ambassadeurs van Spaingen verclaert hadden, haere demandes t'exorbitant ende onredelyck waren, ende eyndelinge - dat vrij wat belachelyck was - van hier bevoordert hadden, ons leger traeghlyck opgetrocken ende nu langsaem voortgaend was, daerby voegende eenige dreygementen. Wy vonden geraeden, onse antwoorde tot huyden te differeren, die wy veerdich hebben gemaeckt ende met alle discretie sullen gaen overbrengen. In Munster, den 7 July 1646. |
|