4392. F. Dinglen. (L.B.)
Toen ik u op bevel van de Koningin van Boheme bezocht, ter wille van brenger dezes, den zoon van Mistris Betses, hadt gij geen plaats voor hem. Maar nu heeft de Koningin gehoord, dat er onder uwe bedienden wel eene plaats open is, en ik schrijf u dus uit haar naam, om u aan uwe belofte te herinneren. Haghe, 5 July 1646.