Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4378. W. van LinteloGa naar voetnoot2). (L.B.)De magistraat van Zutphen heeft, hoewel daartoe meer dan eens aangemaand door het Hof van Gelderland, eindelijk geweigerd gehoor te geven aan het bevel van Z.H., om ‘te vervatten haer debath bij duplique’, bewerende, dat de zaak in quaestie niet behoort tot de competentie van Z.H. De overige steden in deze zaak gemengd, nl. Doesburg, Doetichem, Lochem en Groenlo, hebben nu ‘geconcludeert tot absoluit versteck van wijder inbrengen, die saecke voor geconcludeert aengenomen, die stucken aen sijne Hoogh.t overgesonden’. Ook het Hof heeft de zaak ‘gestelt ter decisie’ van Z.H. Het is te wenschen, dat de beslissing spoedig moge volgen. Arnhem, den 11/21 Junij 1646. |
|