Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4350. Frederik Lodewijk van Palts-LandsbergGa naar voetnoot5). (H.A.)Dank voor uw vrij oordeel over mijne stukkenGa naar voetnoot6). Gaarne geloof ik, dat mijn oom en gij den tijd niet hebt, om te denken ‘aux naifves representations quy y sont, mon malheur estant que le tout estant accroché durant la vie de feu Monsieur mon pere, apres son funeste trespasGa naar voetnoot7) a moy m'est tombé sur | |
[pagina 310]
| |
les bras, ayant plus herité de papiers et chagrins que de biens’, Geene hand wordt mij toegestoken, om mij van schipbreuk te redden. Spreek over die stukken nog eens met den heer KinschotGa naar voetnoot1), hoewel hij weinig van Duitsche zaken afweet, maar hij is mij vriendelijk gezind. Zeker zijn er fouten in die stukken, ‘puisque je ne scay ny stile, ny facon de se gouverner au Pays bas; autrement je n'en fusse party et ne serois es peines ou je suis, car la seule consideration d'un regiment et gouvernement au Pays bas estoit suffisante assez pour me faire venir a bout de mes pretentions, mais ny doibs plus songer, mon dernier voyage a la Haye et l'experience depuis, outre le passé, m'ayant assez donné a cognoistre, qu'on ne m'en estime assez capableGa naar voetnoot2). J'ay refusé des grandissimes employs du parti contraire, lesquels selon le monde me pouvoient donner de quoy m'entretenir honorablement.’ Den brief zal ik aan mijne moederGa naar voetnoot3) doen toekomen. Dank voor al uwe moeite. De Dusseldorf, ce 17 de May ..... 1646. |
|