Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4344. Aan G. WendelinusGa naar voetnoot3). (K.A.)Drie brieven van uGa naar voetnoot4) heb ik onbeantwoord gelaten, maar ook GoliusGa naar voetnoot5) heeft mij lang op antwoord laten wachten. ‘Accipe denique grates gratissimas pro ijs quae de Zeelhemio Saleheimo, Francisque Salijs luculentissime tu quidem et amoenissime disseruistiGa naar voetnoot6). Neque tu hic subsiste, si me amas. Curabit Coolsius, meis impensis ex archivis sive Diestensibus, sive alijs excerpi quae tu indicaveris ad rem facere, et hoc totum ego, mi amice, muneris tui aestimabo. Da hanc porro opellam mihi, et omnem invicem a me expecta, quam praestare valeam.’ De bevelhebber van Utrecht kan u niet helpen tegen de HessenGa naar voetnoot7). Hagae Com., Prid. Id. Maij (14) 1646. Hierbij gaat een versje op Van Langren. |
|