Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 278]
| |
4266. L. van KinschotGa naar voetnoot1). (L.B.)‘Ick bevinde my ten hoochsten beswaert om aen te nemen de liberale gifte van Syne Doorluchtighe Hooch.t over het slorderich versGa naar voetnoot2) van myn soonGa naar voetnoot3). T is oock met die intentie nyet geschyet. Vilis, abiecti, plebeique animi esse reor Musas habere vaenales. Non his juventus orta parentibus, etc. Ick seynde het gelt wederom, also het so nyet soude kunnen aennemen, met vriendelyck versouck, dat uw Ed.t t selfde, naer desselfs gewoonlycke discretie, gelieve by Syne hoochgemelte Hooch.t beleefdelyck te excuseren.’ Ik hoop, dat Z.H. mij gunstig zal zijn ‘in myn poursuitte’, en dat ook gij mij zult helpen. In den Haegh, den 4en Feb.ren 1646. |
|