Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4236. Graaf Hendrik van Nassau. (H.A.)

Gisteren heb ik, volgens het bevel van Z.H., met den heer Ferentz¹⁾ gesproken. Maar wij begrijpen niet alles van het bevel, o.a. wat het aantal voetknechten betreft. Moeten die 400 en 500 man genomen worden van het garnizoen der beide steden, of moet het garnizoen van Sas worden aangevuld door een deel van het garnizoen hier? En wie moet het bevel voeren? Ritmeester Hagenwolt²⁾ wil met zijne compagnie wel hier blijven; hij is een vertrouwd man. De volgende maand wil ik graag verlof hebben. De Hulst, le 1^r Jan. 1646.

1) Zie III, blz. 32 en 33.

2) Hij komt als ritmeester voor in de jaren 1642 tot 1656. (Meded. van den Heer Wakker.)