Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4225. Nicolaes TulpGa naar voetnoot8). (K.A.)Ick soude seer garing den bestemden dagh waergenomen hebben, maer het heeft God niet belieft. Want mijns soonsGa naar voetnoot9) sieckte is sooseer toegenomen, | |
[pagina 264]
| |
dat men alle ogenblik vreest voor den dood. Versoeck derhalven op het vriendelijckste, dat het U E. believe, op t bequaemste S. Hoogh.t mijn verschoninge voor te brengen, versekert sijnde, dat ick mij met geen woorden van uijtstel soude behelpen, ten ware de nood mij deselvige uytparste, als wel wetende, hoeseer niet alleen het gansche land in t gemeen, maer oock elck lid ende ingeseten van dien in S. Hoogheyt gehouden is voor sijn gedane diensten. In Amstelredamme, den 11 Decembris 1645. |
|