Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4215. J. de Knuijt. (H.A.)

Den ingesloten brief naar Warneston, mij toegezonden, heb ik aan een vertrouwd koopman naar Rijsel gestuurd, want de heer Le Fevre is afwezig. Den heer van Dorp⁵⁾, die te Vlissingen is, heb ik over de bekende zaak nog niet kunnen spreken, maar aan den commandeur Van der Abt merkte ik, dat er niet veel lust was, de zaak thans aan te pakken; ‘t en soude echter haer aen schepen, nochte yet anders, dat tot de geheele equipagie gerequireert wert, niet ontbreecken, als de bevrachters provisionelyck eenich redelyck contentement konde gegeven werden’. Ik zal er nog eens met de heeren van Dorp en Goffe over spreken. - De Staten hebben gehandeld over art. 115 der instructie voor de gedeputeerden naar Munster en een besluit genomen. De heeren van Middelburg zijn nog eens ‘gansch ernstelyck versocht ende aengemaent..... van de onfaetsoenelycke proceduyren ende gepretendeerde electie van bewinthebbers te willen desisteren’, maar het heeft niet geholpen. Middelb., den 22^en Novemb. 1645.

5) Zie blz. 212, 226 en 250.