Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4196. J. Vlitius. (B.M.)aant.Ik waag het u zelf lastig te vallen met velerlei vragen, nadat ik eerst de hulp van Bruno en van Dedel, uw en mijn verwant, heb ingeroepen. In de eerste plaats zou ik gaarne zien, dat gij mijn boekGa naar voetnoot5), u door HeilersiegGa naar voetnoot6) ter hand gesteld, van een lofdicht voorzaagtGa naar voetnoot7). Dan zou, door uwe bemiddeling, de Prins misschien de opdracht er van willen aannemen. En ten slotte zou ik gaarne eene betrekking hebben bij het gezantschap, dat over den vrede gaat onderhandelen. Vele der gezanten kennen mij en mijne bekwaamheden. En wel is Graswinckel, voor wien ik ver moet onderdoen, door de Staten van Holland tot secretaris der gezanten aangewezen, maar hij heeft het zoo druk met andere dingen. Hagae Com., VIII Kal.s Novembr.s (= 25 Oct.) M.IƆC.XLV. A.S.Ga naar voetnoot8). |
|