Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4186. J. Brosterhuisen. (L.B.)aant.De heer BargaeusGa naar voetnoot3) is besigh om voor mijn swagher AukemaGa naar voetnoot4) het een' of het ander te versoecken, als Hulst ghewonnen sal sijn, ende twijffeldt | |
[pagina 248]
| |
niet, of 't sal ghelucken, indien U'Ed.t mede ghelieft een goedt woordt daerin te spreecken. Isendoren heeft mij ghebeden, dat ik U'Ed.t sijn versoeck soude indachtich maecken, of sijn Hooch.t voornam ijemant over sijn plantinghe te stellen in plaets van HattemGa naar voetnoot1) ..... Ick hoop eerstdaeghs U'Ed.t enighe landtschapjes te senden, die ick gheëtzt heb en meer te laten uitgaen. In den Haghe, den 1en Nov.r 1645. |
|