Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4136. J. Reynst³⁾. (A.B.) Holl.

De zaak, waarom ik hier ben gekomen, is nog niet verder; het hof is nog steeds te Fontainebleau. Het is zeer te betreuren, dat de Venetianen Canea hebben moeten overgeven. De Venetiaansche gezant Nani⁴⁾ is dadelijk naar Fontainebleau gereisd, om hulp te vragen. Als de gezamenlijke vloten niet spoedig de Turken verslaan, zal het eiland verloren zijn. Paris, 30 Septemb. 1645.

3) Zie I, blz. 410. - Hij werd als commissaris naar Parijs gezonden, om te klagen over de groote schade, door Fransche oorlogsschepen en kaapvaarders in de Middellandsche zee aan Hollandsche schepen toegebracht. Den 18^den April 1646 is een ‘Tractaet van Marine’ gesloten, onderteekend door hem en door Willem van Liere, onzen gezant te Parijs.

4) Giovanni Battista Felice Gaspare Nani (1616-1678), gesproten uit een adellijk Venetiaansch geslacht, werd in 1644 gezant van zijne vaderstad te Parijs, later bij den Keizer en in 1660 weer in Frankrijk. In 1652 werd hij benoemd tot historiograaf; zijne Historia della republica Veneta zag het licht in 1662-1679.