4098. M.H. Tromp. (H.A.)
Alsoo syne doorluchtige Hoocheit, mijn Heere den Prince van Orange, absoluit is gedefereert bij het naerder reglement ter zee, gearresteert in den jare 1636, het stellen van de capiteynen, luitenanten, schippers en stuerluiden van de 32 schepen, sorterende onder onse vlagge, soo hebbe ick tot noch toe, en sal daerin continueren voor sooveel in mij is, om deselve autoriteit te bewaren, niettegenstaende dat in mijn absentie de respective admiraliteiten daer dickwils buiten gaen. Ende alsoo ick op aprobatie van syn hoochgemelte Hoocheit hebbe gestelt op mijn onderhebbent schip als luitenant capiteyn, in plaetse van capiteyn Barent Barents Cramer, den 12e deser bij sijne meer hoochgemelte Hoocheit tot absoluit capiteyn geavanseert, mijnen luitenant, brenger deses, Frederick Jacobs de Valck, en in desselfs plaetse voor luitenant mijn soon Cornelis Tromp, soo is mijn vruntlyck versoeck, denselven luitenant de Valck gelieve te helpen tot een acte voor hem, alsmede voor mijn soon, gelijck ick van haren 't wegen aen syne meergemelte doorluchtige Hoocheit hebbe versocht in mijne missive hiernevens gaende, waeraen het lant dienst en haer vruntschap sal geschieden, ende mij verobligeren te blijven ..... In t schip Amilia voor Duinkerken, den 30e Augusti 1645.