Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4097. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*De heer HagaGa naar voetnoot3) is hier van morgen aangekomen en bij Z.H. toegelaten. - Gisteren werd bericht, dat de Franschen voor Bethune in Artois, dat zij wilden nemen, teruggeweken zijn. Dan is Vlaanderen nog niet verloren en voor Bethune zal Piccolomini niet zijne stellingen verlaten. In Brugge loopt echter nog steeds het gerucht, dat Yperen belegerd wordt. - Uit Sluis hoorde Z.H., dat de hertog van Lotharingen het kanaal van Brugge verlaten heeft en zich bij dat van Nieupoort ophoudt, maar dat wordt van daag weer tegengesproken. - De graaf de MontresorGa naar voetnoot4), die hier is, heeft den jongen hertog van Rohan te Calais gezien en verzekert, dat hij heel aardig is, in weerwil van de dwaze opvoeding, die hij gehad heeft, en dat drie maanden aan het hof hem geheel zullen vormenGa naar voetnoot5). Er is daarover en over andere dingen aan het Fransche hof | |
[pagina 201]
| |
een aardige brief op rijm geschreven aan den heer de la Rocque, kapitein der gardes van den hertog van AnguienGa naar voetnoot1), maar die brief is hier en daar wat schuin, anders zou ik er Uwe Hoogh. over doen lachen. ‘Le petit SauvetatGa naar voetnoot2) advouë hautement d'avoir presté la main à esloigner et cacher ce jeusne prince, et ne dissimule pas d'y nommer Mons.r d'Estrade pour compaignon. Il arrive aujourdhuy d'estranges choses, et grandes, comme si de rien estoit. - S.A. vient de me mettre entre mains la courante de la gazettiere de V.A. à Anvers, et en a ri. J'ay demandé s'il n'importoit pas qu'on envoyast les pieces aux imprimeurs de Middelburgh’. Au camp à Maldeghem, le 30e Aoust 1645. |
|