Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend4081. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*Z.H. is veel beter, maar eet weer erg veel vruchten. - Wij waren overtuigd, dat de Lotharingers weg waren, ‘jusques à gourmander encor hier une femme affidée, qui s'employe de longtemps en messages hazardeux, par ce qu'elle asseuroit que les Lorrains n'avoyent pas passé Bruges, et qu'à Gand on les r'attendoit de nouveau. Mais enfin tout son dire se trouve veritable; ces sauterelles n'ont du tout point quitté le bon païs’. Men vertelt, dat de hertog van Lotharingen gouverneur-generaal der Nederlanden zal worden; ‘voila donc ces Provinces en bonne et gracieuse tutele’. - Men zegt, dat Fransche troepen in Vlaanderen zijn en dat zij Mont Cassel in brand hebben gestoken. En dat de hertog van AnguienGa naar voetnoot8) eene overwinning in Duitschland heeft behaaldGa naar voetnoot9). Het begint er dus voor de vijanden slecht uit te zien. - Ik weet niet recht, hoe ik moet handelen met mijne berichten over den gezondheidstoestand van | |
[pagina 195]
| |
Z.H., wanneer Uwe Hoogh. zich bij de kleinste kleinigheid zoo angstig maakt. Toch schijnt het mij het best toe de waarheid te schrijven, tenzij Uwe Hoogh. mij het tegendeel beveelt. Au camp à Maldeghem, le 18e Aoust 1645. |
|