Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

4011. A. de Pollot¹⁾. (L.B.)

Graaf Pompei²⁾ schrijft mij, dat hij mijne hulp moet inroepen. Hij wordt vervolgd door een commissaris van Maastricht, die door één zijner bedienden beleedigd is. De zaak zal voor den Raad van State komen en er is gevaar voor den graaf, als hij niet krachtig wordt geholpen. Kunt gij dat niet doen? - Dat laten inlijven van bedienden bij eene compagnie komt werkelijk wel voor en moet in sommige gevallen wel voorkomen. F[ort] S.^t A[nne], P[older] de Namur, le 7 de Juillet 1645.

1) Zie No. 3983.

2) Zie No. 3951 en 3955.