Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 110]
| |
3861. J. van ReedeGa naar voetnoot1). (H.A.)Den hertoch van Richmond ende grave van SouthamptonGa naar voetnoot2) sijn up Saterdach alhier gearriveert, waeromme wij up Sonnendach haer Excellenties deden verwillcomen ende versoeken om haer selfs te mogen comen begroeten, waerup wij werden bedanckt, ende dat sij meinden dien naermiddach [te] gaen sien des Coninx kindern ende s'anderndaechs beijde speakers van 't Parlement, ende dat sij selfs dan wilden bij ons comen. Des Dingdachs sonden wij weder aen haer Excell.es, dan eer onsen edellman daer quam, waeren de gemelde heeren bij ons en verseekerden ons, hoe dat sijn Ma.teit continuerden in de voorige affectie tot vrede, ende dat sulx aen alle de wereld blyicklyick soude werden gemaeckt, ende indien het Parlement wilde verstaen tot een bijeencomste, allwaer men redenen soude mogen wisselen, dat sij niet en tweifelden aen eene goede uijtcomste. Naer den middach hadden sij eene conferentie met 14 Lords en 28 Commons, ende hebben aldaer eene antwoorde van den Coninck overgelevert, daer een yeder van oordeelt naer sijn opinie, doch de courantiers continueren in 't upritsen ende het blammeren van syn Ma.teit, omdat eenige entreprinses had voorgenomen, die misluckt sijn; de Heere, die regeere beijdersijts herten tot vrede, of ['t] Christenrijck sall daerdoor interest lijden. Het huijs der Communen heeft nu gantsch gearresteert met hondert stemmen teghens 93, dat gheen lidmaeten van 't Parlement eenige militaire of politijke ampden sullen mogen bedienen; nu hangt de conclusie aen de Lords, die van andere opinie sijn. Men is oock besich in de common councell van de statt Londen te verlaeten die ampden bedienen, allso die bestaen uijt menschen, gheen middelen hebbende, ende will men de gequalificeersten in haer plaetsen nemen, welcke verkiesinge sall geschieden up Thomas toecomende. - Een Zeuwsch capitain, Frans Jansson, hebbende een groot leck in sijn schip ende willende loopen in Dortmouth, is van twe Parlementsschepen verhindert, die op hem schooten, [had] vijf dooden ende ses gequetsten, waertegens hij een uijre heeft gevochten, sonder dat wij weeten, hoe het met des Parlements schepen is afgeloopen. Wij hebben hierover aen den admirael van Engelant geclaecht, die daervan noch niet hadde verstaen. Sir John HotthamsGa naar voetnoot3) sententie ter doodt is gesurceertGa naar voetnoot4). London, den 30 Decembr. 1644. Ik ‘sal de twe boats sien te becomen, die met vier oares worde onderrecht(?); daer can maer een man in leggen achter de banck, want de roijers de plaetse beslaen; dese syn goet om tegens de stroom op te gaen, maer avanceren in t afgaen niet meer als twe roijers. Dan sal myn daer naerder op informeren. Van de paerden is mijn noch niet voorgecomen. Huijden is vastgestelt, dat men met den Coninck sal tracteren, soodat veele hoopen, tot een accoort sal comen; siet toe, scheijders, of hierin de Staten een ooch in t zeyl wil[len] houden, om een besydenslach af te mogen weeren, of dat sij willen, dat | |
[pagina 111]
| |
wij het velt verlaten volgens haer resolutie, sal men vernemen. Wy verstaen, dat een Conincks fregatt de pacquettboot op Duijnkercken heeft genomen, tot Grevelingen gebracht en soo gehouden aen den Coningh’. Onze brieven zullen dus niet zijn overgekomen. |
|