Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
(1915)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3671. G. van ArnhemGa naar voetnoot1). (L.B.)Mijn broeder, de heer van RosendaelGa naar voetnoot2), en ik hebben vroeger met u gesproken over het rechterambt te Wageningen, waarover wij ook spraken met Z.H., ‘afin qu'il lui pleut permettre que cette charge engagee pour certaine somme de l'argent puisse estre conservee au fils de nostre soeur, Lubbert TorckGa naar voetnoot3), en y procedant par la voie ordinaire de justice, selon les constitutions et ordres des Estats de Gueldres’. De zaak is nu zoover, dat het Hof uitspraak heeft gedaan ten gunste van mijn neef; Z.H. moet dus alleen nog commissie geven aan dezen. Mijn neef brengt dezen brief; wilt gij hem in deze zaak voorthelpen? De la Haye, ce 10 Aoust 1644. |
|