Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
(1914)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend3570. W. Boreel. (H.A.)De saken in dit ryck tusschen de contenderende partijen staen nu seer sterck gespannen ende schijnen nu te sullen wtbersten tot eenich swaer inconvenient voor d'een ofte d'ander, off oock wel voor beiden. Het Schotsche leger, gecombineert met de legers van de grave van ManchesterGa naar voetnoot4) en lord FairfaxGa naar voetnoot5), | |
[pagina 503]
| |
liggen sterck voor de stat Yorck, die gesegt werdt in extreme noodt te wesen, niet van vivres, ammonitie off gebrec van iets dat noodich is, maer door progressen, die de belegeraers op des stats wercken hebben gedaen, soodat hier tot Londen van het overgaen derselver stat niet getwijffelt en werdt. Daertegens is prince Rupert in Lancasshir, neempt daer vele plaetsen in ende jongst heeft bemachtight Liverpole, die van importantie is, maer bovendien vergadert aldaer een sterck leger, t welc langh voor desen was van 9000 paerden en 13 duijsent te voete, en daer loopt veel volck meer tot hem, en de Coninck met over de 3000 paerden en sooveel voetvolc was in aentocht, om [sich by] de voorss. prince te vougen. Men houdt het oock daervoor, dat het voornemen sij geweest, om met soo machtigen leger de stat Yorck te gaen ontsetten, ten ware de aentocht van des Conincx persoon en legers niet in dese conjonctuur eenich retardement daerin gebracht hadde; maer sooveel is t, dat Yorck, tensij spoedigh gesecoureert werd, in corten sal moeten overgaen. Ende het en can niet toegaen als met veel bloetvergietens en overlast van sooveel menschen in soo groote stat, daer sulc een animositeit is tusschen de contenderende parthijen. Indien prince Rupert met soodanigen macht op de belegeraers aenvalt, soo is de stadt voor die tijd ontseth, en daer en can alsdan niet anders op volgen als een generael gevecht en de decisie van de sake in die quartieren. Sir William WallerGa naar voetnoot1) was door den Gemeenen Raedt der twee Coninckrijcken - soo men die noempt - gedestineert om na de West te gaen en dat quartier te herstellen tot de devotie van t parlement, en de heer generael grave van Essex om te blijven passen op des Conincx leger ende Oxford en plaetsen daerontrent gelegen. Nu is het soo met het vertrecken van syne Maj.t met sijn leger dicht voorbij t leger van Waller, en dat Essex niet en conde daervan - als verderaff gelegen en belett op de riviere - soo haest verwitticht syn, noch te volgen de Coninck, dat Sir William de Coninck gevolcht is, en Essex is met sijn leger getrocken na de West om Lyme te ontsetten. Dit heeft sommige heeren van den Gemeenen Raedt alsvooren doen nemen een precipitante resolutie, en sij hebben sonder advys te plegen met het Parlement gecommandeert, dat Waller soude nalaten de Coninck te volgen en in die quartieren van Glochester te verblyven, maer preciselyck te trecken na de West. Ter contrarie, dat Essex niet en soude trecken na de West, maer wederkeeren na Oxford en daerontrent, en dit al buyten communicatie van t lichaem van de twee huysen van t Parlement. Daerop sijn twee dingen gevolcht, eerstelyck dat Waller, DenbighGa naar voetnoot2), MiddeltonGa naar voetnoot3) en andere generaels, die met Waller syn geconjungeert, hebben op Maendach herwarts gesonden Sir W.m BreretonGa naar voetnoot4), met versouck aen t Parlement, soo lieff als sij haer selffs conservatie hadden, dat sij Sir W. Waller vandaer niet en willen roepen, want dat anders alles voor t Parlement aldaer verloren sal gaen, en dat prince Rupert een leger heeft van dertich duysent man, die niemant - in sulck een geval - en sal resisteren. De grave van | |
[pagina 504]
| |
Essex, niettegenstaende de commandementen van de voorss. Raedt, heeft geschreven aen de huijsen van t Parlement, dat hij evenwel gaet na de West. T Parlement heeft, aangesien de redenen, de veranderingh geconfirmeert, namentlyck dat de grave van Essex blyft en gaet verder na de West, en Sir W.m Waller blyft ontrent Glochester, vervolgende de Coninck. De voorss. van de Gemeenen Raedt hadden over een macht, op 't versonck van Sir W.m Waller, niet willen disponeren, namentlyck off haer eenighe persoonen off Schires souden willen accommoderen met het Parlement, dat Sir William mocht wesen geauthoriseert, dieselve persoonen off Schires op redelycke conditien te mogen aennemen. Nu heeft het Parlement datselve oock goet gevonden. - Nu versouckt ......Ga naar voetnoot1) Sir W. Waller, dat hem mocht werden toeghesonden authorisatie, om, indien hij de Coninck, off syn Maj.t [hem] ontmoetende, [dese] eenighe aenbiedinghe van vrede [doet], dat hij die sal mogen aenhooren en luysteren, en daertoe versouckt hem eenighe propositien tot ....Ga naar voetnoot1) over te zenden. All d'andere brieven syn door de Gemeene Raedt aen t Parlement toegesonden, dan dese van de authorisatie tot vrede noch niet. En vele luijden vinden het hier seer vreemt, dat men de Coninck te gemoet treedt en vervolcht, sonder authorisatie, om na aengeboden vrede te mogen luijsteren. Wy hebben ons oock aengeboden aen t Parlement om audientie, om van materie van vrede te spreken; t is nu tien dagen geleden. Wij en crijgen geen admissie, niettegenstaende daertoe daeghlycx [alle] dry aenhouden. De ambassadeur van Spaignen versocht voor desen audiencie ende werd hem daeghs daernae gegeven, en hy heeft die genoten met groote vaerdicheyt. Wy schrijven niet aen haere Ho. Mo., alsoo desen onseker gaet over zee en can langh onderweghen blijven. Na myne dienstighe gebiedenisse blyve altyt .... Tot London, desen 19/29 Junij 1644. |
|